Gouden jaren, de titel van het boek van Annegreet van Bergen,…
waarin de schrijfster ons meeneemt van de jaren vijftig tot heden.
Ze bekijkt de ontwikkelingen in de wereld door de ogen van haar oma die op de leeftijd van 60 jaar overleed.
Bij elk onderwerp verplaatst ze zich in haar oma en hoe zij tegen de veranderingen aangekeken zou hebben.
Tijdens het luisteren van het boek ging ik in gedachten regelmatig terug naar mijn opa en oma en hoe zij tegen de ontwikkelingen en veranderingen aangekeken zouden hebben.
Het boek geeft echt een gevoel van nostalgie en herkenbaarheid. Als wij op zondag bij opa en oma aten, moesten wij ook altijd de yoghurt (met beschuit erin geweekt) eten uit hetzelfde bord als het warme eten.
Maandag = wasdag, de dag waarop grote ketels op het fornuis werden gezet en waarin de was werd uitgekookt.
Toen mijn oma een wasmachine kreeg, gooide ze er emmers water in, tot iemand haar leerde dat dat automatisch ging.
Drie onderwerpen uit het boek:
Telefonie: Eén van de zaken die een enorme verandering heeft doorgemaakt is telefonie. In Gouden jaren beschrijft de schrijfster de jaren dat nog niet iedereen een telefoon in huis had staan. Bij calamiteiten ging een huisgenoot naar de buren met een telefoon (een vast toestel met draaischijf) om b.v. de dokter te bellen.
Via allerlei uitvoeringen weten we nu niet anders dan dat iedereen in het gezin een eigen mobiele telefoon heeft waarmee je niet alleen kunt bellen en gebeld worden, maar via internet de welbekende encyclopedie vervangt, de timer vervangt de kookwekker en noem maar op.
Winkels: Vlak na de tweede Wereldoorlog was het aanbod van winkels heel duidelijk. Je had de bakker, de slager, de groenteboer en de kruidenier. In al die zaken werd je als klant door het winkelpersoneel bedient en betaalde je contact de boodschappen. Tenminste, minimaal één keer per week werden de boodschappen betaald als de kostwinner (in die tijd vaak de man) zijn loonzakje had gekregen. Het geld werd in een apart bakje met vakjes verdeeld (huur, gas, water, licht en boodschappen) en als de kruidenier langskwam met het boekje konden de boodschappen worden afgerekend. Hoe anders is het nu met de grote XL-zaken waar je zelf de voorverpakte boodschappen gescand in het karretje legt. Voordat je de winkel verlaat, reken je bij een zuil met je pinpas de boodschappen voor die dag af.
Werk en vrije tijd: In de jaren zestig was het heel normaal dat je van maandag tot en met vrijdag werkte en daarnaast ook op zaterdagmorgen. Bij gebrek aan de apparaten van nu moest personeel bijna alles met de hand doen, vrachtwagens lossen, brieven op de typemachine uitwerken met een laagje carbonpapier ertussen voor een kopie (geen fouten maken, die bleef je op de doorslag zien) en rekeningen innen. Daarvoor gingen medewerkers met rekeningen langs de adressen en gingen naar kantoor met een goed gevulde portemonnee.
Toen de werkloosheid opliep en de vakbonden de werkgevers opriepen om een 40-urige werkweek in te voeren om de werklozen aan werk te helpen, werd de zaterdag een volledige vrije dag.
De mensen kregen meer vrije tijd en daarmee ontstond ook werkgelegenheid in de vorm van pretparken, bioscopen etc.
Het boek is leuk voor iedereen en voor elke leeftijd. Iedereen heeft zich wel eens afgevraagd hoe we gekomen zijn waar we nu staan. In de jaren zestig waren de computers zo groot als een verdieping van een huis, tegenwoordig heb je een mobiele telefoon die in je broekzak past en meer kan dat de computer uit de jaren zestig.
Soms zie je op rommelmarkten oude televisies staan met een echte beeldbuis die eerst moest warmdraaien voordat je redelijk beeld had. Dat waren de voorlopers van de platte schermen waarop we nu naar programma’s uit de hele wereld kunnen kijken.
Maar toch zijn er overeenkomsten: denk b.v. aan het verpakkingsvrij boodschappen doen om de hoeveelheid plastic in een huishouding te minderen. Kinderen uit een gezin in de jaren vijftig en zestig moesten de afdankertjes van hun oudere broers of zussen dragen, tegenwoordig kopen veel mensen hun kleding tweedehands.
“Vroeger was alles beter”: misschien wel, misschien niet. Het was heel anders en minder gestresst, maar ‘vroeger’ heeft wel een goede basis gelegd voor de wereld van nu.
Ik wens jullie een goed weekend. MJ