Dit jaar zijn we op vakantie naar Lanzarote geweest, het vierde eiland in grootte van de Canarische Eilanden.
Wat het eerste opvalt als je met de bus van het vliegveld wegrijdt, zijn de windmolens van de elektriciteit centrale. Lekker duurzaam, dus.
Wat viel me nog meer op?
Het hotel (Hotel Albatros, Allsun) serveert drankjes in kunststof herbruikbare bekertjes en de koffie en thee in kop en schotel. Na gebruik kun je ze in daarvoor bestemde mandjes zetten.
Voedsel van de lunch wat overblijft wordt ’s avonds verwerkt tot paella, salade o.i.d. Zoals we nu al diverse keren gezien hebben worden leftovers van het buffet gebruikt als basis voor de volgende maaltijd.
Wat ik wel mis zijn watertappunten om een eigen herbruikbaar waterflesje te vullen. Alleen in de sportzaal was een punt om je eigen herbruikbare flesje te vullen, maar die was meer bedoeld voor de sporters. Voor een dagje uit waren we toch aangewezen op water in plastic flessen.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is prima geregeld. Ons hotel ligt op ongeveer een kwartiertje rijden van de hoofdstad Arrecife en vier keer per uur kun je er met de bus naar toe. De prijzen zijn vergelijkbaar met de prijzen van het Nederlandse busvervoer. Voor €2,50 per persoon kun je met de bus naar b.v. Arrecife of de markt op het midden van het eiland in Teguise.
Light travelling
Ook dit hotel kent een badhanddoek service. Tegen een borg van €10 per persoon kun je gebruik maken van een badlaken voor bij het zwembad of op het strand. Voor €1,50 kun je bij de receptie een schone halen.
De badkamers zijn uitgerust met een föhn, deze kun je thuis laten.
Bovendien hangt er in de badkamer een fles met douchegel/shampoo, ook deze flessen hoef je niet in te pakken.
Natuur
Ook Lanzarote is een lava-eiland, dor en droog met weinig begroeiing. Op de stranden vind je hoofdzakelijk zwarte kleine steentjes. Er zijn over het hele eiland een paar kunstmatig aangelegde zandstranden.
Vlakbij ons hotel is er ook één te vinden, maar bij de kustlijn zie je toch weer de zwarte lavasteen wat het geheel een bijzondere aanblik biedt.
Tijdens een rondrit over het eiland hebben we gepicknickt op een strand op het noordelijke gedeelte van het eiland. Dit stuk strand werd ook wel het Surfers Paradijs genoemd.
Cactussen in alle vormen vind je wel overal net als palmbomen.
De huizen aan deze kant van het eiland (oostelijk) zijn zonder uitzondering allemaal wit geverfd.
Wijnbouw
In de streek La Geria vind je het belangrijkste wijngebied op Lanzarote.
Ondanks een gebrek aan grondwater en regen is men er op Lanzarote in geslaagd op een vindingrijke manier en met succes wijn te bouwen.
De wijnvelden bestaan uit putten in de vulcanische bodem en kleine muurtjes beschermen de druivenplanten voor de wind. Als je erlangs rijdt ziet het er zeer verzorgd uit.
Op bodega’s kun je de wijn proeven en kopen.
Vervoer
Toeristen maken hoofdzakelijk gebruik van huurauto’s. We hebben maar weinig fietsen of scooters gezien, hoewel er vaak wel een apart fietspad aangelegd is, die we vooral gezien hebben in Puerto del Carmen langs de boulevard en in Costa Tequise.
De lokale bevolking maakt vooral gebruik van het busvervoer.
We hebben voor 1 dag een auto gehuurd om meer van het eiland te zien. Tijdens de welkomstbijeenkomst van de touroperator kregen we informatie over de bezienswaardigheden die de moeite waard zijn en daar hebben we onze route op ingesteld. Het eiland is niet erg groot, ongeveer 60 x 20 km en is prima in één dag met de auto te bekijken.
Eén van onze stops was het Musée Agricole in Tiagua gegaan. De boerderij is van 1840 en is zeer de moeite waard om eens te gaan kijken. Je krijgt een goed beeld van het (vaak harde en ruige) boerenbestaan in die tijd. Wat ik heel bijzonder vind is dat voor het werk op het land kamelen werden gebruikt.
Dat was in het kort over onze vakantie 2018. Na een bijna on-Nederlandse zomer met droogte en hoge temperaturen is nu weer tijd voor school en werk. Gelukkig hebben we de foto’s nog en wordt de vakantie een leuke herinnering.